Hoe werkt het

Het cryolipolyse proces

1. Opstellen van het behandelplan

Vooraf aan de behandelingen moet er een behandelplan worden opgesteld. Tijdens de intake wordt er bepaald of u in aanmerking komt voor de cryolipolyse behandeling. Daarna wordt er bepaald waar en hoeveel behandelingen er gaan worden uitgevoerd.

Aanbrengen van de behandelkop

Voordat de behandelkop wordt geplaatst, wordt het te behandelen gebied gemarkeerd met een speciale huidstift. Hierna wordt er een gelpad aangebracht op de behandelplek. Deze gelpad beschermt de huid tegen de kou. Nadat de gelpad is geplaatst, kan de behandelkop worden geplaatst. In het algemeen zal de behandelkop 50 minuten op de behandelplek zitten. Dit hangt af van uw persoonlijke behandelplan.

3. Koelingsproces van de vetcellen

Er is geen verdoving nodig voor deze procedure. De behandelkop zuigt de huid met de onderhuidse vetlaag naar binnen. De vetcellen worden gekoeld tot een temperatuur van -9°C. Tijdens de eerste paar minuten kunt u een tintelend of stekend gevoel ervaren. Dit gevoel trekt na ongeveer 5 minuten weg als de huid gevoelloos wordt door de kou. Door dit koelingsproces bereiken de vetcellen een temperatuur van 2 tot 4 graden. De behandeling duurt ongeveer 50 minuten. Als de behandelkoppen van de huid worden afgehaald, wordt de huid intensief gemasseerd voor twee minuten. Na de behandeling kan de huid van het behandelde gebied wat rood zijn, maar dit is vaak na een half uur verdwenen.

4. Natuurlijke afvoer van de vetcellen

Na de behandeling neemt uw lichaam het werk over. De vetcellen die zijn bevroren, worden door het lichaam als afwijkend gezien en sterven af. Het lichaam breekt en voert deze vetcellen gedurende 8 tot 12 weken op een natuurlijke wijze af. De vetcellen die zijn afgebroken en afgevoerd, komen niet meer terug.

5. Resultaat van de cryolipolyse

De eerste resultaten zijn 6 tot 8 weken na de behandeling zichtbaar. Het afvoerproces van de vetcellen kan tot 16 weken na de behandeling doorgaan. Een groot voordeel van dit is dat de huid de tijd krijgt om mee te groeien en zich aan te passen aan het geleidelijke vetverlies